Hersenschimmen

Hersenschimmen gaat over dementie en is geschreven vanuit het perspectief van een persoon die dement wordt, dit prikkelde mijn interesse. Hoe beleeft een persoon die dement wordt dit proces en op welke manier schrijft een auteur een verhaal vanuit dit perspectief? De schrijver Bernlef werd in 1984 bekend bij het grote publiek met deze roman. Het boek werd in 1988 verfilmd en later ook bewerkt voor het toneel. Hersenschimmen werd in 1989 bekroond met de Diepzee-prijs, een prijs die uitgereikt wordt aan een boek dat door havo- en vwo-scholieren uitgekozen wordt. Bernlef schreef naast boeken ook gedichten en essays. In 2008 schreef deze auteur onder andere het Boekenweekgeschenk De pianoman. Bernlef (pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman) overleed op 29 oktober 2012.

De cover van het boek straalt rust uit. Op de voorkant staan enkele standhuisje die uitkijken op de zee. De titel Hersenschimmen dekt de lading van het boek, want het boek gaat over een bekende hersenziekte. Daarnaast passen schimmen goed bij deze ziekte. Volgens Van Dale heeft een schim meerdere betekenissen, onder andere: een mens of dier dat je vaag kunt zien, een schrikwekkend droombeeld of schijnbeeld. Persoonlijk denk ik dat de schrijver met de titel vooral doelt op de tweede betekenis, een schijnbeeld. Gedurende het boek wordt het zicht dat de hoofdpersoon op de wereld heeft steeds vager en geleidelijk gaat hij schijnbeelden zien. Naar mijn mening is, zeker na het lezen van het boek, dementie een schrikbarende ziekte. Ook de betekenis schrikwekkend droombeeld doelt daarom op de inhoud van het verhaal.

Het verhaal begint met de zin: “Misschien komt het door de sneeuw dat ik me ‘s morgens al zo moe voel.” Het is snel duidelijk dat de hoofdpersoon Maarten ‘achteruit’ gaat. Er is duidelijk iets met Maarten aan de hand, want zijn vrouw Vera heeft geen last van de kou. In de eerste regels van het boek wordt op subtiele wijze duidelijk dat Maarten degene is die aan dementie lijdt. Aan het begin van het verhaal heeft de hoofdpersoon nog weinig last van de ziekte, maar naarmate het verhaal vordert krijgt de hoofdpersoon meer en meer last van deze ziekte. De vrouw van de hoofdpersoon fungeert in het verhaal als de belangrijkste nevenpersoon, omdat de lezer  zich een beeld kan vormen van haar gevoel. Verder hebben Maarten en Vera twee kinderen, Fred en Kitty. De ik-verteller, in dit geval Maarten, vertelt het verhaal. De gedachten van de hoofdpersonage zijn talrijk verwoord en de lezer kan zich daarom goed inleven. “Sinds wanneer wordt er op mij gepast?” “Ik ben toch zeker geen kind meer?” De lezer raakt door deze gedachten betrokken bij de gevoelens van de hoofdpersoon en voelt tijdens het lezen vaak een soort machteloosheid en onrechtvaardigheid  De vrouw van Maarten zegt bijvoorbeeld tegen hem dat hij niet alleen thuis kan blijven of dat hij niet alleen mag gaan wandelen. De hoofdpersoon begrijpt niet waarom zijn vrouw die dingen tegen hem zegt. Ook begrijpt hij soms niet waarom zijn vrouw huilt. Het feit dat zijn vrouw huilt, geeft aan dat ook de partner het zwaar heeft met de gevolgen van dementie. Maarten begrijpt de situatie niet en dit maakt het nog zwaarder voor zijn vrouw. Het is snel duidelijk dat in dit verhaal het huwelijk door dementie op een dramatische manier uit elkaar groeit.

Het verhaal heeft voor het grootste gedeelte een continue opbouw. De lezer krijgt hierdoor een goed beeld van hoe het ziekteproces verloopt. Maarten maakt zelf wel tijdsprongen, maar dat komt door zijn ziekte. Hij denkt bijvoorbeeld dat hij naar zijn vader moet gaan, deze is echter al een tijd geleden overleden. Verder denkt Maarten dat hij naar een vergaderingen moet van het bedrijf waar hij vroeger gewerkt heeft. Ook herinneringen aan de oorlog komen weer boven bij Maarten, het lijkt wel of hij ze opnieuw beleeft. Maarten haalt het heden en verleden door elkaar. Vandaar dat er van tijd tot tijd gaten in het verhaal zitten. Een concreet tijdsverloop in dagen en uren wordt niet beschreven. Hersenenschimmen  speelt zich af  gedurende een winterperiode in de hedendaagse tijd, maar een exacte datum wordt niet gegeven. De continuïteit in het verhaal uit zich vooral in het feit dat er eerst een beeld wordt geschetst van Maarten en Vera. Vervolgens wordt Maarten dement. Daarna komt er een gezinshulp Maarten verplegen en uiteindelijk wordt hij opgenomen in een verzorgingstehuis, waar het verhaal eindigt. Hersenschimmen heeft een open einde. Maarten zit in het tehuis en de lente breekt aan, meer informatie wordt niet gegeven over het slot. Het enige dat de lezer weet is dat Maarten aan het einde van het boek heel erg dement is geworden. Zijn gedachtes zijn niet meer te volgen. Hersenschimmen speelt zich af in de winterperiode. De winter staat vaak symbool voor een donkere trieste periode en wat Maarten meemaakt deze winter is ook zeer bedroevend. Het hoofdthema en het grondmotief van het boek zijn de aftakeling die dementie veroorzaakt en de invloed op de zieke persoon en de directe omgeving. De leefomgeving van Maarten verandert door het toedoen van zijn ziekte. De plaats waarin het verhaal zich afspeelt is het verlaten dorpje Cloucester, gelegen aan de oostkust in de Verenigde Staten. In het begin van het boek wordt benadrukt dat het nogal een rustig verlaten dorpje is. Veel mensen uit het dorp trekken weg naar de grote steden, voornamelijk jongeren. De verlatenheid symboliseert ook de ziekte van Maarten. Tijdens het lezen van Hersenenschimmen krijgt de lezer vaak een eenzaam gevoel, omdat de hoofdpersoon geen vat meer heeft op de situaties die hem overkomen, niemand kan hem helpen. 

Tijdens het lezen wilt de lezer steeds weten hoe het met Maarten gaat, maar van echte spannende momenten is geen sprake. Hersenschimmen is eerder een indringend portret. De lezer weet dat het om dementie gaat, hij weet wat de gevolgen zijn en dat de ziekte niet over zal gaan, in tegendeel, het zal alleen maar achteruit gaan met Maarten. Het verhaal leest aan het begin nogal vlot, maar naarmate het boek vordert wordt het lezen moeilijker. Vooral het slot van Hersenschimmen is nogal verwarrend, maar dit past bij het verhaal.

Vrij recent is mijn oom dement geworden, waardoor het boek nog intiemer was voor mij. Ik zag zelfs gelijkenissen met mijn oom in het verhaal van Maarten. De schrijver heeft daarom, mijns inziens, goed werk verricht. Na het lezen van dit boek heb ik enigszins een idee hoe een persoon dementie ervaart. Hersenschimmen is beslist een aanrader voor iedereen die meer wil weten over dit thema.