Godverdomse dagen op een godverdomse bol

De titel en de cover zeggen genoeg, godverdomme! Dimitri Verhulst jaagt in slechts honderdzesentachtig pagina´s de geschiedenis van mensheid erdoor op zijn eigen grove sarcastische manier. De wc-pot op de cover geeft dit op een symbolische manier weer: zie hier, dit is waar de mensheid toe in staat is en de wereld is niet meer dan een riool. Daarmee laat de schrijver blijken dat hij niet echt onder de indruk is van 5000 jaar menselijke ´beschaving´.  Hij zet de mens neer als een wezen dat gekenmerkt wordt door voortplantingsdrang, meedogenloosheid en machtshonger. Nooit noemt hij de mens bij naam. De schrijver kiest gedurende het hele verhaal ervoor om de mens te benoemen met ´t´. Verhulst is de alwetende verteller en laat de mens uit het water kruipen, rechtop lopen, praten, oorlogen voeren en uitvinden. Daarbij steekt hij zijn sarcasme niet onder stoelen of banken: “Zou het niet meteen verliefd worden op zichzelf geniaal als ’t is? Natuurlijk wel! Daarom produceert ’t dan ook massaal spiegels tegenwoordig.”

In het boek stelt de schrijver diverse malen het verschil tussen arm en rijk aan de kaak. In de passages over het oude Rome en de industriële revolutie laat hij het niet na dat verschil te benadrukken. Over de industriële revolutie zegt de schrijver: “Nog nooit waren er zoveel arm en weinig zo rijk.” Verhulst laat daarmee zijn eigen overtuiging spreken. De schrijver staat bekend als een socialist en die ideologie streeft naar gelijkheid. Vandaar dat hij de misstanden die de mensheid creëert  aan de kaak stelt, de periode 1850-1950 biedt daar een uitgelezen kans voor:  “Enfin, ’t arbeidt nu wel heel erg hard voor z’n lege maag. En wat houdt ’t eraan over: een arsenicum vergiftiging, reuma, en tuberculose. ’t Asemt lood, soda, ammoniak en andere smeerlapperij in. In de wolfraamfabriek is ’t nog met geen 40 procent die erin slaagt de leeftijd van vijfentwintig jaar te overschrijden.”

 

De opbouw van het verhaal loopt parallel aan de geschiedenis van de mensheid. De prehistorie, het Oude Egypte, het antieke Griekenland, Alexander de Grote, het oude Rome, de middeleeuwen, de nieuwe tijd en nieuwste tijd worden allemaal bekeken door de bril van Dimitri Verhulst. Persoonlijk had ik meer uitwijding verwacht bij de Reformatie, een belangrijke periode in de wereldgeschiedenis. De schrijver kiest duidelijk voor onderwerpen waarbij hij zijn schrijfstijl kan botvieren. Tijdens de wetenschappelijke revolutie wordt flink gesneden in bijvoorbeeld honden, die kunstmatig in leven worden gehouden. Deze beschrijving duurt naar mijn mening te lang. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vliegen de ledematen in het rond en worden de lijken opgestapeld. Verhulst zijn vergelijking met de wereldtentoonstelling en het front in de Eerste Wereldoorlog vind ik zeer sterk: “De enige echte wereldtentoonstelling bevindt zich hier.” Een treffende vergelijking waartoe de mensheid in staat is. Natuurlijk komt deze interpretatie voort uit de socialistische ideologie van Verhulst, en misschien is ze daarom wel clichématig, toch laat deze opvatting de lezer inzien waartoe ‘vooruitgang’ kan leiden. Het verhaal eindigt met de atoombom op Hiroshima. Wederom drukt de schrijver de lezer hier met de neus op de feiten. De mens is uit het water gekropen en geëvolueerd, met als resultaat een massaslachting: “In één seconde 70.000 soortgenoten uitroeien. ’t heeft van de goden controle overgenomen. Eindelijk. Meester, van alles en over alles.” Hiermee plaatst Verhulst de menselijke evolutie op een cynische manier in perspectief.

In Godverdomse dagen op een godverdomse bol wordt nooit gesproken over de aarde, waarop de geschiedenis van de mensheid zich afspeelt. Geheel in de stijl van Verhulst wordt de planeet voorgesteld als een tiet of een bol. De schrijver noemt geen namen van personen en geografische plaatsen. De aanduidingen zijn behoorlijk diffuus, bijvoorbeeld spreekt de schrijver bij de ontdekking van Amerika over een nieuw continent. Ook het tijdsverloop is tamelijk diffuus, de schrijver spreekt in het boek zichzelf toe met de vraag: “Hoe laat is het?” Als de prehistorische voorvader van de mens voor het eerst gaat leven op het vaste land, wordt dit op de volgende manier beschreven: “Vroeg, het is nog vroeg. Vroeger is welhaast onmogelijk. De dag is jong en wel en niet staat vast.” Met het vallen van de atoombom geeft de verteller kortstondig informatie over het uur. “Het is 8:16”, hiermee verwijst hij naar de exacte tijd waarop de bom werd losgelaten boven Hiroshima.

De lezer proeft  tijdens het lezen de interesse van de schrijver voor taal en literatuur. Tijdens de periode van de Oude Egyptenaren wordt kortstondig verwezen naar de hiëroglyfen. De opkomst van de encyclopedieën in de nieuwe tijd wordt ook kort aangehaald. Bovendien wordt de eerste kennismaking met taal tijdens de prehistorie uitvoerig beschreven. De mens kan nu communiceren en als ze elkaar tegenkomen kunnen ze elkaar begroeten: “Lekker weer he.” De mens kan nu alles gaan benoemen. De lezer wordt niet gespaard tijdens het lezen, want de schrijver neemt geen blad voor de mond. De grote lijn van de zwartgallig vertelde geschiedenis wordt van tijd tot tijd wel aangevuld met leuke details. Verhulst knipoogt op deze momenten naar de historie: “Als t denkt, dan is ‘t.” Over de positieve houding van de oude Grieken ten opzichte van de knapenliefde schrijft Verhulst: “Als het kwantitatief van bil wil, dan adviseert het stellig de herenliefde.”

De uitdaging tijdens het lezen is om steeds te achterhalen welke periode of gebeurtenis de schrijver onder de loep neemt. Dit boek leest eenvoudiger als de lezer de grote lijnen van de geschiedenis kent. Godverdomse dagen op een godverdomse bol staat bol van cynisme en is daarom nogal confronterend, vandaar dat niet iedere lezer dit verhaal zal waarderen. Godverdomse dagen op een godverdomse bol is niet voor iedereen aan te bevelen. Houdt de lezer niet van geschiedenis of heeft de lezer een overwegend positief beeld van de mensheid, dan is dit boek een zware opgave. Dit boek is immers geen vrolijk verhaal. Door de historie vanuit een negatieve invalshoek te beschrijven en door de waarde van de mensheid in twijfel te trekken, ontpopt de schrijver zich als een onvervalste nihilist. De kracht van het verhaal zit in de interpretatiemogelijkheden, want Verhulst laat de lezer achter met diverse vragen. Moeten we de boodschap van de auteur serieus nemen? Moeten wij als mensen ons afvragen waar wij eigenlijk mee bezig zijn? Met welke punten is de lezer het eens en met welke punten oneens?  Kortom, een goed boek om over in dialoog te gaan, maar geen aanrader voor iedereen.